Hallo daar! Ik ben Liesl, 37 jaar, en als mensen me vragen om mezelf voor te stellen, dan zeg ik bijna altijd eerst dat ik mama ben van drie. Staf (12 jaar), Kamiel (9 jaar) en Nette (4 jaar), en het parcours dat we samen lopen, ik met hen, en zij met mij, zijn een bijzondere inspiratiebron voor me. En dat zowel op persoonlijk als op professioneel vlak. Dus ik stel mezelf dan ook altijd graag eerst voor als ‘mama’. Mijn levenspartner en dus papa van drie is Vincent. Woorden als ‘rots in de branding’, ‘mijn houvast’, en ‘mijn laten-we-met-onze-voetjes-op-de-grond-blijven-buddy’ flitsen voorbij als ik aan mijn man denk. Hij weet als geen ander hoe ik in elkaar zit. Hij weet dat hij me best gewoon even mijn ding laat doen als ik een moeilijke dag heb of rond loop als een stresskip, en hij weet hoe hij me kan motiveren als ik in een vlaag van enthousiasme nieuwe dingen op poten wil zetten. Naast mama en partner van, ben ik pedagoog en opvoedingsondersteuner, en draag ik alles wat met opvoeding, ontwikkeling en onderwijs te maken heeft een warm hart toe. Als lerarenopleider in de lerarenopleiding kleuteronderwijs werk ik dan ook al 14 jaar lang met passie met studenten en kleuters.

Voorts hou ik van zingen, van wandelen (vooral in de regen), en van gezelligheid opzoeken onder een dekentje in de zetel. Doorheen de jaren leerde ik ‘rust’ en ‘niets doen’ meer en meer waarderen. Of misschien moet ik zeggen: ik leerde in eerste instantie gewoon wat ‘rust’ en ‘niets doen’ was. Want het waren zaken die ik niet goed kon. Het is pas na mijn burn-out in 2022, en alle jaren voordien van continu op het gaspedaal te drukken, dat ik leerde hoe zinvol en nodig leren remmen is de dag van vandaag. Bezig bijtje was ik, in-de-bres-springer voor iedereen die het me vroeg, en enthousiaste ‘pleaser’ om aan alle verwachtingen van mensen rondom me te voldoen, zo danste ik als zorgende mama door het leven. Tot het dansen spartelen werd, en de realiteit me confronteerde met het gegeven dat ik heel weinig – te weinig – voor mezelf gezorgd had. Ik kon niet anders dan daarmee aan de slag gaan. Want naast de rol van mama van, partner van, werknemer en collega van, (schoon-)zus van, (schoon-)dochter van, vriendin van, sportbuddy van, … is er in feite maar één iemand met wie je dag in dag uit samenleeft en vrede moet hebben, en dat is jezelf, ik dus, Liesl. In 2022 ging het licht letterlijk even uit, en dat was de start van eerst leren te stoppen, tot stilstand te komen, om dan traag maar gestaag de zoektocht naar een andere manier van zijn in te zetten. Met vallen en opstaan leerde ik mezelf in de maanden nadien terug kennen, leerde ik ook terug voelen, om van daaruit terug te ‘leven’ in plaats van te ‘over-leven’. Ik leerde te ontdooien, en met zachtheid te kijken, in plaats van tegen tempo en met harde tred te blijven galopperen. Ik leerde met meer mildheid te kijken naar mezelf, naar mijn kinderen en het hobbelige parcours dat we samen aflegden. Ik leerde met meer mildheid te kijken naar mezelf als Liesl, in elke rol die ik in dit leven anno 2024 opneem. En dat zijn er veel, misschien teveel soms.

De rol van mama plaatste me de voorbije 12 jaar voor uitdagingen, waarvan ik het me op voorhand amper had kunnen inbeelden. Want ja, kinderen op de wereld zetten en opvoeden, dat is niet altijd rozengeur en maneschijn. Dat wist ik heus wel, bla bla, zo erg kon het niet zijn. Op zich kan het ook allemaal meevallen. Het hangt af van het parcours dat je loopt met je kinderen, en vooral de manier waarop je er zelf als ouder in staat, in dat opvoedingsgebeuren en die ouderrol. En het hangt ook af van onze maatschappij, o please, hoe moeilijk kunnen we het jonge ouders en kinderen maken vandaag de dag? Die torenhoge verwachtingen die we stellen, die druk van altijd snel te moeten zijn, te moeten presteren, ‘nog beter’ of ‘de beste’ te moeten zijn, steeds voor het oog van anderen en hun verwachtingen. Om nog maar te zwijgen van de faalangst en de twijfel dat die verwachtingen installeren. Ik kan er bij momenten moedeloos en boos van worden, en anderzijds geeft het me tonnen motivatie om net daar tegenin te gaan. Mogen we kinderen ook nog leren voelen in plaats van alleen te denken? En kunnen we ze ook leren dat dichtbij jezelf blijven, tegen welk tempo dan ook, gewoon oké is? Je eigen grenzen kunnen en mogen bewaken, reeds van op jonge leeftijd, en die grenzen ook leren aangeven, vind ik zo waardevol in een maatschappij waar over je grenzen heen gaan klaarblijkelijk de norm is geworden.

Het parcours dat ik als mama met mijn jongste 2 kids liep, was er eentje met ups, maar ook veel downs en zoeken naar antwoorden. Van de ene medisch geschoolde pediater naar de andere alternatief geschoolde hulpverlener. Van het ene onderzoek op pediatrie, naar het andere dieet om maag en darmen niet te overprikkelen. Van het ene moment van controle als mama uit handen te moeten geven tijdens onderzoeken, naar het andere moment van controle te moeten blijven bewaken om niet in 1000 stukken uiteen te vallen als je kleintje weer maar eens een nacht huilt van de pijn, en ik als mama meehuilde van de onmacht en het niet-weten-hoe-of-wat. Jaren hebben we dat straatje bewandeld, mijn man en ik. Het straatje van onderbroken nachten, of misschien zelfs ‘geen nachten’, van overdenken waar de buikpijn en onrust bij onze kinderen vandaan kwam. Ook het sociaal-emotioneel parcours van de kinderen (en mezelf) was en is niet te onderschatten. Bang zijn, faalangst, veel voelen – teveel voelen – maar het niet onder woorden kunnen brengen, het gevoel hebben dat verwachtingen altijd moeten worden ingelost, ten koste van je eigen grenzen, zelfs op die jonge leeftijd… Het is maar een greep uit het opvoedingsgebeuren waar we iedere dag mee aan de slag gaan. En de samenleving waarin we leven, maakt die opdracht niet bepaald makkelijker. Gelukkig hebben we ondertussen meer antwoorden, en zien we het grotere geheel van hoogsensitiviteit waarmee zowel ik als mijn jongste kids dag in dag uit aan de slag gaan, stap voor stap, en dat levert zoveel warme momenten van herkenning op. Het geeft tevens meer helderheid bij de jaren van fysieke en nachtelijke pijn en ontrust, en de uitdagingen op schools en sociaal vlak.

Het is dat parcours als mama – als ouder – in combinatie met mijn achtergrond als pedagoog, en mijn ervaring met de ontwikkeling van jonge kinderen als lerarenopleider in de hogeschool, wat maakt dat ik het huidige pad van opvoedingsondersteuner bewandel. Het unieke pad van ‘opgroeien en ouder zijn helpen dragen’. Waarom? Omdat ik het zelf voor een stuk gemist heb om die ondersteuning te voelen de voorbije tijd. Omdat een vangnet, of een ‘warm dekentje’ zo nodig is als het als ouder en/of als opgroeiend kind net iets moeilijker of uitdagender verloopt. Omdat jonge kinderen en de start die zij maken zo belangrijk zijn voor alle rollen die ze later nog zullen vervullen, vooral de rol als ‘zichzelf’. Omdat opvoeden samen dragen gewoon een must is. En omdat ‘ouder zijn’ nog te vaak als vanzelfsprekend, als evident, als te perfect wordt voorgesteld. So I see you, I hear you, je bent niet alleen, ook al voelt het soms wel zo.